Kern versus Stijl: AMPD, HiTOP en Relationeel Functioneren Tezamen
Soms schrijf je een reeks artikelen en zie je pas achteraf, wanneer je ze naast elkaar legt, de rode draad. De afgelopen tijd hebben we in de Kennisbank de data-gedreven, hiërarchische modellen zoals HiTOP verkend, het AMPD ontleed en kritisch gekeken naar de symptoom-gedreven structuur van Forbes en collega's (2025). We kregen keer op keer de harde beperkingen van onze categoriale DSM-labels bevestigd.
Tegelijkertijd stonden we in de ‘reflecties’ stil bij het verschil tussen een statisch DSM-5 label en de levende, functionele dynamiek die eronder schuilgaat. En we stelden een bijzonder relevante vraag, ingegeven door een pleidooi van Zavlis & Fonagy (2025): is de term 'persoonlijkheidsstoornis' überhaupt wel correct, of moeten we het hebben over een 'relationele’, of ‘interpersoonlijke’ stoornis'?
Wat gebeurt er als we deze twee sporen - de data van de modellen en de klinische realiteit van de dynamiek - samenbrengen?
Dan vallen ze - in mijn beleving - ineens bijzonder mooi samen. De data lijken een diep, psychodynamisch inzicht te valideren: psychopathologie structureert zich rond een kern, komt op verschillende manieren tot uiting en de specifieke pathologie die wij een 'persoonlijkheidsstoornis' noemen, is feitelijk relationeel.
In dit artikel neem ik je graag mee, in mijn eigen reflecties op de eerder geschreven artikelen.
Doorlopend link ik in het huidige artikel, naar eerder geschreven artikelen - lees vooral door!
De Data-Gedreven Hiërarchie
Het eerste wat de recente artikelen ons tonen, is dat psychopathologie zich hiërarchisch structureert. Of we nu kijken naar HiTOP (gebaseerd op stoornissen) of het model van Forbes et al. (gebaseerd op 680 losse symptomen): de structuur die boven komt drijven is vergelijkbaar.
Klachten klonteren samen in syndromen, syndromen in spectra (zoals internaliserend, externaliserend, denkstoornissen) en die spectra vormen een overkoepelende 'p-factor' (of ‘Big Everything’).
Het laat zien dat stoornissen op een dieper niveau met elkaar verbonden zijn. En dat geldt voor alle vormen van psychopathologie. Het verklaart waarom angst en depressie samen voorkomen, maar het isoleert nog niet wat een 'persoonlijkheidsstoornis' uniek maakt.
Waar past 'Persoonlijkheid'?
In het artikel "de relationele kern" zagen we al dat maladaptieve persoonlijkheidstrekken (zoals neuroticisme) allerminst specifiek zijn voor persoonlijkheidsstoornissen. Sterker nog, ze vormen de onderstroom van vrijwel de gehele psychopathologie.
In het artikel "HiTOP en het AMPD", concludeerden we bovendien dat de vijf trekdomeinen van het AMPD (Criterium B) nagenoeg perfect op de vijf kernspectra van HiTOP passen.
Kijk wat er gebeurt als we de twee modellen op elkaar leggen en kritisch beschouwen:
De 'Algemene', Transdiagnostische Stijlen
Drie van de vijf trekdomeinen beschrijven overduidelijk de brede, transdiagnostische spectra van psychopathologie:
AMPD Negatieve Affectiviteit (Neuroticisme) → HiTOP Internaliserend Spectrum. Dit is het domein van het voelen.
AMPD Ongeremdheid → HiTOP Ongeremd Externaliserend Spectrum. Dit is het domein van het doen (impulsiviteit, risicovol gedrag).
AMPD Psychoticisme → HiTOP Denkstoornissen Spectrum. Dit is het domein van het denken (inhoud van het denken, waarneming).
Deze drie domeinen dekken de kern van wat we in "de relationele kern" de emotionele, psychotische en impulsgedreven stoornissen noemden.
De 'Specifieke' Relationele Stijlen
Wat blijft er dan over? Precies de twee domeinen die, zoals we in datzelfde artikel betoogden, de kern van het relationeren vangen:
AMPD Antagonisme (Vijandigheid) → HITOP Antagonistisch Externaliserend Spectrum.
AMPD Onthechtheid (Detachment/Introversie) → HITOP Afstandelijkheid Spectrum.
De data-gedreven modellen maken zelf de scheiding. Ze laten zien dat psychopathologie zich opsplitst in algemene problemen (voelen, denken, doen) en specifieke relationele problemen (vijandigheid en onthechting).
De Kern (Zelf) en de Stijl (Expressie)
Deze splitsing is de structuur waar we in "diagnostiek is meer dan classificeren" naar op zoek waren. We pleitten daar voor een verschuiving: van het label (de buitenkant) naar de onderliggende dynamiek (de kern).
De data geven ons nu een model. En omdat een plaatje de eenvoud van dit model veel beter overbrengt dan tekst, illustreer ik dit model als volgt:
Model ‘Kern’ en ‘Expressie’
De ware 'kern' van alle pathologie is het disfunctioneren van het ‘zelf’—precies wat Criterium A van het AMPD poogt te vangen met het ‘niveau van persoonlijkheidsfunctioneren’ (LPF). Dit is de gemeenschappelijke factor, die verenigbaar is met de p-factor in het HiTOP model en het niveau van persoonlijkheidsorganisatie (LPO) in termen van het structurele model.
De stijl of expressie waarin dit disfunctioneren van ‘de kern’ zich vervolgens manifesteert, volgt de zojuist beschreven splitsing:
Algemene Psychopathologie: Als een probleem in voelen (internaliserend), denken (psychoticisme) of doen (ongeremdheid).
Specifieke Relationele Pathologie: Als een probleem in relationeren (antagonisme en onthechtheid).
Dit is een directe, data-gedreven bevestiging van het pleidooi van Zavlis & Fonagy (2025).
Wat wij 'persoonlijkheidsstoornissen' noemen, zijn niet méér een probleem van de persoonlijkheid dan een angststoornis dat is . Het is een specifiek probleem in het relationeel functioneren.
Conclusie
Wanneer we stoppen met het geïsoleerd bekijken van modellen en de verbanden leggen, is de conclusie onvermijdelijk. De data-gedreven structuur van HiTOP en Forbes en de trekken van het AMPD valideren een klassiek, dynamisch inzicht: we moeten de kern van het disfunctioneren (het zelf) scheiden van de expressie.
De data tonen dat de expressies die we 'persoonlijkheidsstoornissen' noemen, fundamenteel relationeel van aard zijn. Het label is daarmee niet alleen stigmatiserend of misleidend; de data laten zien dat het conceptueel onjuist is.
Het dwingt ons om te stoppen met het overwaarderen van ‘classificeren’ en te beginnen met theorievorming over de psychologische dynamiek - in het bijzonder de relationele dynamiek.