In de vorige artikelen (1: 'foutieve diagnoses' en 2: 'multi conceptuele diagnostiek') constateerden wij dat er nogal al wat te doen is op het gebied van psychodiagnostiek, waar het de kwaliteit van het diagnostisch proces betreft. We constateerden dat we psychodiagnostiek verrichten in een tamelijk onzekere context en maakten een start met hoe wij als diagnostici deze onzekerheid kunnen verkleinen, door bijv. binnen meerdere theoretische concepten de diagnostiek te verrichten of door meerdere onderzoeksmethoden te gebruiken.
In het huidige artikel schrijf ik graag iets over het werken met meerdere informanten binnen het diagnostische traject. Dit artikel is een samengevatte weergave van het artikel "When and How to use Multiple Informants to Improve Clinical Assessment" door L.A. Alexander en collega's (2017).
Door meerdere informanten te gebruiken, kunnen we de kwaliteit van de diagnostiek van psychopathologie versterken (Alexander et al., 2017). In de praktijk worstelen we echter nogal eens met hoe de informatie verkregen van informaten, te integreren met de overig verkregen informatie (Hunsley & Mash, 2005). Het blijkt ingewikkeld om informatie uit meerdere bronnen - zeker wanneer deze elkaar tegenspreken - te integreren. Alexander en collega's (2017) publiceerden daartoe een eenvoudige 'beslisboom' (zie de figuur hieronder). Zij stellen dat men moet beginnen met de vraag of respectievelijk context en inzicht relevant zijn voor de diagnostische vraag. Het gebruik van meerdere informaten is van meerwaarde, wanneer of de context waarin klachten zich voordoen relevant is, of wanneer de mate van inzicht in de eigen klachten relevant is. Beide termen worden na de figuur hieronder, verder uitgelegd.
Wanneer de context relevant is, is de focus van de diagnostiek het verhelderen en begrijpen van klachten in een specifieke (sociale) context - denk aan klachten die zich enkel voordoen of op het werk, in school of een andere specifieke (sociale) omgeving. In deze gevallen generaliseren klachten niet over verschillende situaties. Te denken valt aan diagnostiek gericht op het begrijpen van afleidbaarheid en aandachtsproblemen in een specifieke (sociale) context. In andere gevallen kan het zo zijn dat de uitingsvorm van bijv. stemmingsklachten wisselend is in verschillende (sociale) contexten. Ook dan blijkt de context van belang in diagnostiek. Met deze gegevens kun je de eerste stap nemen, zoals weergegeven in de figuur. In het geval dat klachten geheel niet verschillen per context, kan het werken met meerdere informaten nog steeds van toegevoegde waarde zijn. Het gaat dan om de vraag of er inzicht bestaat in de klachten.
Hoewel patienten - net als ieder ander - een blinde vlek kunnen hebben (zie ook het 'Johari Window'), kan het inzicht in het eigen functioneren ernstig verstoort zijn. Je kunt denken aan patiënten met bijv. neurocognitieve stoornissen, psychose of ernstige persoonlijkheidspathologie. Veelal is er sprake van vertekeningen in de waarneming van het zelf, maar ook van de ander. Dergelijk disfunctioneren verstoort de betrouwbaarheid van zelfrapportage (Amador et al., 2005). In zo een geval zijn gegevens van informaten benodigd, om tot begrip van de klachten van de patiënt te komen. Je kunt ook tot de conclusie komen dat het werken met meerdere informaten geheel niet noodzakelijk is (dan is noch de context, noch het inzicht relevant): zelfrapportage zou in zo een geval kunnen volstaan.
lees: de beperkingen van DSM-5 classificaties
meer over multi-conceptuele diagnostiek
meer over multi-methodische diagnostiek
meer over actuariele methoden (volgt)
In alle gevallen geldt dat consistente bevindingen tussen zelfrapportage en de rapportage door informanten zeer waarschijnlijk betekent dat de weergave van klachten te generaliseren is en dat de zelfrapportage van klachten waarschijnlijk valide is. In het geval dat er verschillende (lees: 'nieuwe') informatie verkregen wordt kan dit betekenen dat klachten zich generaliseren, en/of dat de betrouwbaarheid van zelfrapportage al dan niet beperkt is (zie de figuur hierboven). Door met meerdere informanten te werken, kunnen we - naast het gebruik van meerdere concepten en methoden - de betrouwbaarheid van het psychologisch onderzoek dus verder verstevigen.
In het volgende artikel, integreer ik het multi-conceptueel, -methodisch en -informant werken graag in een overzichtelijke tabel welke het kiezen van test- of klinisch-psychologisch instrumentarium vergemakkelijkt. Dit artikel vindt je hier (volgt).
Heb je een fout ontdekt op deze pagina, of heb je aanvullingen en/of aanbevelingen voor deze of latere artikelen? Neem dan vooral contact op via info@uppsi.nl. Jouw feedback wordt zeer op prijs gesteld!